Vrijspraak voor agent die man tijdens arrestatie onbedoeld doodschoot

Geplaatst op 31 oktober 2023, om 18:56 uur

WAALWIJK – Een agent die vorig jaar tijdens een arrestatie per ongeluk een man heeft doodgeschoten, is vrijgesproken door de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank oordeelt dat er geen bewijs is dat de dood van het slachtoffer te wijten is aan schuld van de agent.

Op 17 maart 2022 omsingelde een arrestatieteam van de Dienst Speciale Interventies een auto in Waalwijk met daarin het latere slachtoffer. Na deze omsingeling probeerde de agent het portier van de auto te openen om de man aan te houden. Het portier ging niet open, waarna de agent zijn vuurwapen op de man richtte. Het wapen ging af en het schot raakte het slachtoffer, die aan zijn verwondingen overleed. Politieambtenaren dienen zich te houden aan strikte veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van een dienstwapen. Uit verklaringen van leden en docenten van het arrestatieteam volgt dat de agent tot het moment dat het schot gelost werd, heeft gehandeld volgens de voorgeschreven en getrainde autoprocedure en veiligheidsvoorschriften. Op een bepaald moment heeft de agent, zonder de intentie om een schot te lossen, zijn vinger verplaatst van de slede naar de trekker van het wapen en deze overgehaald. De agent handelde hiermee in strijd met de veiligheidsvoorschriften en maakte dus een fout.

Uit forensisch onderzoek en een getuigenverklaring blijkt dat de hand van het slachtoffer kort voor het fatale schot onverwacht omhoog bewoog. Deskundigenrapporten tonen aan dat het mogelijk is dat een goed getrainde agent van een speciale eenheid als gevolg van een plotselinge en onverwachte beweging onbedoeld de trekker van het wapen overhaalt, ondanks dat hij eerst zijn vinger op de slede van het wapen hield.

In het strafrecht leidt niet elke fout automatisch tot schuld. Het is aan de rechtbank om te bepalen of de gemaakte fout ook verwijtbaar is. De rechtbank beoordeelt of de verdachte anders had kunnen én moeten handelen. Gezien de bevindingen in de deskundigenrapporten en de getuigenverklaring, oordeelt de rechtbank dat voldoende aannemelijk is dat de agent, als gevolg van een schrikreactie door de plotselinge beweging van de hand van het slachtoffer, onbewust zijn vinger van de slede naar de trekker heeft verplaatst en vervolgens de trekker heeft overgehaald. Daarmee acht de rechtbank het aannemelijk dat de agent het overhalen van de trekker niet had kunnen voorkomen en hem daarom geen verwijt kan worden gemaakt. Daarom spreekt de rechtbank de agent vrij van dood door schuld.